Politoeren, ook wel French polishing genoemd, wordt eind 18e begin 19e eeuw
in Europa geïntroduceerd. Het is een hoogglans oppervlakte behandeling
door middel van een oplossing van schellak in alcohol (methanol, ethanol enz.)
voor meubels en instrumenten.
Voor het aanbrengen van de schellak wordt een prop in een katoenen doek gebruikt, waarmee
de vloeistof op het hout gewreven wordt. De alcohol verdampt snel, waardoor
in korte tijd verscheidene lagen na elkaar aangebracht kunnen worden. Poli betekent
veel, dit heeft betrekking op het aantal lagen schellak, dat soms wel kan oplopen tot een laag of twaalf.
De houtsoorten die veel gepolitoerd werden zijn eigenlijk de wat hardere loofhoutsoorten
met fijne poriën. Bijvoorbeeld: mahonie, noten, iepen, palissander en soms
ook eiken.
|
|
| Politoeren | Het resultaat |